Veel van de gehouden vogels lijken in veel opzichten nog sterk op hun wilde soortgenoten. Een voorbeeld hiervan is het verbergen van ziekteverschijnselen: als vogels in het wild immers laten zien dat ze ziek zijn, vallen ze sneller ten prooi aan een roofdier. Ze zullen daarom zo min mogelijk laten zien dat ze zich niet lekker voelen. Dat betekent dat op het moment dat ze het laten zien, ze er vaak veel ernstiger aan toe zijn dan in eerste instantie gedacht.
Een aantal veelvoorkomende verschijnselen die erop wijzen dat een vogel zich niet lekker voelt zijn:
Bol zitten
Vaak begint dit heel onopvallend, zodra je kijkt schudden ze een keer met hun veren en zien er weer normaal uit. Wanneer je uit de buurt bent of geen aandacht meer aan ze schenkt, gaan ze weer ‘in een bolletje’ zitten. De veren worden uitgezet, soms ook met de vleugels wat wijder of er zelfs op steunend. Zeker in vergelijking met een andere vogels lijken ze een stuk pluiziger. Dit is een algemeen teken van niet lekker zijn, een bezoek aan een vogelarts is aangeraden.
Scherp borstbeen
Vaak wordt dit (té) laat gezien. Doordat een vogel zijn veren op zet bij ziekte is het nagenoeg onmogelijk om te zien of een vogel minder eet en daardoor spiermassa verliest. Bij vogels die makkelijk te hanteren zijn, is dit zelf goed te voelen. Het borstbeen hoort centraal te liggen tussen twee mooi aansluitende ‘kipfilets’. Wanneer een vogel te dik is zal het borstbeen wat verzonken liggen tussen de borstspieren. Bij een te magere vogel zijn de spieren in omvang afgenomen waardoor het borstbeen over een groot deel af te voelen is: het steekt uit en voelt ‘scherp’ aan omdat de aansluitende spiermassa verdwenen is. Dit is altijd een reden om snel naar een vogelarts te gaan.
Naast het beoordelen van de spiermassa is het bijhouden van het lichaamsgewicht een goede manier om eventuele gewichtsveranderingen in een vroeg stadium vast te stellen. Het is raadzaam om vogels minimaal wekelijks te wegen en een logboek van het gewicht bij te houden. Met een klein beetje training is dit vaak gemakkelijk aan te leren (bv d.m.v. een stok op de weegschaal).
Poot ontlasten, tenen die plots in een andere richting staan
Vogels ontlasten in rusttoestand regelmatig een poot. Wanneer het echter altijd dezelfde poot is, en de poot tussendoor niet of nauwelijks belast wordt is het een teken dat er iets mis is. Dat geldt ook wanneer sprake is van een afwijkende pootstand, of wanneer u merkt dat de vogel (ineens) niet meer met één van de poten wil opstappen, de teentjes niet meer goed rond de stok kan vouwen, naar achter gerichte tenen die plots naar voren staan of moeite heeft om iets in zijn poot vast te houden. Dergelijke verschijnselen kunnen heel acuut ontstaan (bv. als gevolg van een val, waarbij de poot gebroken is), maar zich ook meer geleidelijk ontwikkelen (bv. bij oudere dieren in het kader van artrose, wat net als bij mensen een ouderdomskwaal betreft). Vaak is het wel een teken van pijn/ongerief en is het raadzaam tijdig te onderzoeken wat de oorzaak van de verminderde pootbelasting is.
Niezen, proesten, afwijkende geluiden en/of een veranderde ademhaling
Niezen, proesten of veranderingen in de ademhaling kunnen een teken zijn van irritatie in of rond de voorste en/of diepere luchtwegen. Net als bij mensen kan een vogel zich verslikken in bijvoorbeeld een zaadje, waardoor de vogel plotseling zeer heftige benauwd wordt. Ook wanneer de neusgaten verstopt raken (bv. door ophoping van materiaal in de neusgaten als gevolg van een vitaminetekort of in het kader van luchtweginfecties) kan een vogel benauwdheidstekenen vertonen en met een open bek gaan ademen of de wangen opbollen. Daarnaast kunnen afwijkende ademgeluiden gehoord worden, of het kan juist zijn dat het typische stemgeluid dat de vogel maakt verandert: de vogel maakt een zachter of heser geluid, of verandert van een kletskous in een vogel die opeens niets meer zegt. Dat kan zijn omdat de vogel zich niet lekker voelt, maar het kan ook het gevolg zijn van een probleem in de regio van de stembanden, wat potentieel levensbedreigend is én reden is om direct contact op te nemen met een dierenarts!
Naast niezen of veranderingen in het stemgeluid kunnen luchtwegproblemen leiden tot veranderingen in de diepte, het patroon of de frequentie van de ademhaling. Een benauwde vogel zal vaak sneller en dieper gaan ademen, waarbij ze zichzelf zo veel mogelijk ruimte proberen te geven om te ademen. Ze gaan daarbij vaak zo breed mogelijk zitten om alle luchtzakken volledig te kunnen benutten. Wanneer ze op stok zitten is ‘staartwippen’ een opvallend iets. Door de grote pompende adembeweging ‘wipt’ de staart mee. Ook kunnen ze met open snavel gaan ademen. Een benauwdheid kan plots ontstaan, door bv een zaadje in de
luchtpijp, blootstelling aan giftige stoffen, of door opflakkerende ziekte, al dan niet na stress (schimmels, papegaaienziekte, …). Ook kunnen vogels astmatische aanvallen krijgen, iets dat regelmatig gezien wordt bij ara’s. Een benauwde vogel moet zo snel mogelijk in een zuurstofkooi geplaatst worden en wordt in eerste instantie zo kort en min mogelijk gehanteerd om stress en verergering van de benauwdheid te voorkomen!
Kokhalsbewegingen/regurgiteren/smakken
Het is welbekend dat vogels die een paartje vormen elkaar voeren: het opgeven van voer is een teken van affectie. Vaak doen vogels dit ook naar de eigenaar. Hoewel dit gedrag normaal is, is het wel een teken dat de vogel een ‘partnerband’ richting de eigenaar heeft ontwikkeld. Hormonen spelen hierbij een rol en kunnen aanleiding geven tot het optreden van andere gedragsproblemen zoals bijvoorbeeld agressie. Een bezoek aan een papegaaiengedragstherapeut kan helpen om dit gedrag te verminderen en voorkomen.
Het opgeven van voer kan echter ook onder andere omstandigheden plaatsvinden, bv. na het eten. Vaak toont de vogel zich daarbij ziek (bv. Bol zitten) en kan bijvoorbeeld veel zitten smakken of schudden met zijn kop, wat tekenen van misselijkheid kunnen zijn. Mogelijk is er een probleem in de krop of is sprake van een maagirritatie of een stofwisselingsstoornis. Het braken kan ertoe leiden dat de vogel vocht kwijtraakt en te weinig voeding opneemt, wat een levensbedreigend probleem kan worden. Het is verstandig contact met een vogelarts op te nemen over het beste plan van aanpak en het gewicht van de vogel goed in de gaten te houden.
Selectiever, minder of niet eten en/of ontbreken van of veranderingen aan de ontlasting
Wanneer een vogel ziek is, zal deze vaak minder gaan eten. Op termijn zal dit leiden tot gewichtsverlies, dat opgemerkt kan worden door de vogel dagelijks of wekelijks te wegen. In het logboek is dan een dalende lijn waarneembaar. Een oplettende eigenaar kan soms eerder ook al veranderingen in het eetgedrag opmerken, bv doordat een voerbakje langer gevuld blijft, alleen de écht lekkere dingen worden gegeten, of geen gepelde zaadhulsjes op de bodem te vinden zijn (als de vogel gevoerd wordt met zaden). Andere belangrijke aanwijzingen voor het minder eten zijn de hoeveelheid en kleur van ontlasting. Indien er (te) weinig gegeten wordt, zal het maagdarmstelsel weinig hoeven te verteren. Er zullen daardoor kleinere hoopjes ontlasting geproduceerd worden en veel minder vaak dan normaal. Ook veranderingen in de kleur en stevigheid van de ontlasting wijzen erop dat er iets mis is. Rode of zwarte ontlasting kunnen bijvoorbeeld tekenen zijn van een bloeding in het maagdarmstelsel (zie het kopje ‘Acute levensbedreigende spoed’).
Naast de inhoud uit het maagdarmstelsel bevat vogelpoep ook de door de nieren geproduceerde urine en uraten (de witte vlag). Wanneer deze uraten (die normaal wit van kleur zijn) een afwijkende kleur krijgen (geel of felgroen) of veel water rondom de ontlasting aanwezig is, is dit een goede reden voor een bezoek aan een vogelarts.
Plotseling verenplukken op een bepaalde plek
Verenplukken is een afwijkend gedrag dat onder bepaalde omstandigheden getriggerd kan worden. Voorbeelden hiervan zijn hormonale veranderingen, gebrekkige stimulatie (leidend tot verveling) of een veranderde leefsituatie (die aanleiding geeft tot stress. Verenplukken kan echter ook een uiting zijn van lichamelijk ongemak dat leidt tot pijn, jeuk of irritatie. In tegenstelling tot het verenplukken vanwege omgeving gerelateerde oorzaken, dat vaak over het gehele lichaam waar de vogel bij kan optreedt, zal verenplukken door pijn, jeuk of ongemak vaak op één specifieke plek gericht zijn. Wanneer bijvoorbeeld één vleugel geplukt wordt, terwijl het lichaam en de andere vleugel perfect in de veren zitten, kan dat een signaal zijn van een pijnlijk gewricht of verminderde doorbloeding van de vleugel als gevolg van aderverkalking, terwijl plukken op de buik of rug kunnen optreden in het kader van bijvoorbeeld lever- en/of nierproblemen. Overmatig poetsen en plukken aan de stuitklier wordt ook vaak gezien, stuitkliertumoren zijn niet zeldzaam. Wanneer sprake is van verenplukken is het altijd raadzaam om de vogel door een vogelarts te laten onderzoeken om medische oorzaken aan het licht te brengen en snel te verhelpen. Daarnaast kan een bezoek aan een papegaaiengedragstherapeut uitkomst bieden om te voorkomen dat het gedrag een gewoonte wordt.
Kleurveranderingen van het verenkleed of de neusdoppen
Wanneer afwijkend gekleurde veertjes verschijnen in het verenkleed van de vogel, wijst dit vaak op een onderliggende ziekte. Een goed voorbeeld hiervan is de ontwikkeling van zalmroze of rode veertjes in het grijze verenpak van de grijze roodstaartpapegaai (die normaal uitsluitend een felrode staart behoren te hebben). Deze afwijkende veertjes kunnen bijvoorbeeld ontstaan doordat de vogel op deze plek regelmatig de veren uitgetrokken heeft, maar ook doordat er een probleem is met de lever of de vogel een infectie met het circovirus (dat bek- en veerrot geeft) onder de leden heeft. Reden voor een bezoekje aan de dierenarts voor verder onderzoek naar de onderliggende oorzaak dus!
Kleurveranderingen kunnen echter ook op andere plaatsen gezien worden. Een voorbeeld hiervan is de kleurverandering van de neusdoppen bij grasparkieten. Normaal kan je het verschil tussen man (blauwe neusdop) en pop (bruinroze neusdop) goed zien. Wanneer de kleur van de neusdop verandert, is dit een aanwijzing voor een achterliggend hormonaal probleem. Testikeltumoren komen bij (mannelijke) grasparkieten regelmatig voor en kunnen (tijdelijk) onderdrukt worden met hormoonpreparaten.
Toevallen of flauwtes
In een stress situatie kan een vogel gaan trillen, flapperen, van de stok vallen of misschien zelfs helemaal omvallen, waarbij deze – vergelijkbaar met mensen met een epileptiforme aanval – het bewustzijn verliest en met het hele lijf gaat schudden. Dergelijke aanvallen kunnen optreden ten gevolge van een zware metalen vergiftiging (door opname van lood of zink), maar bijvoorbeeld ook door een tekort aan glucose (als gevolg van langere tijd niet eten) of calcium (met name bij grijze roodstaart papegaaien). Het is belangrijk om de oorzaak van deze toevallen te achterhalen zodat een gerichte behandeling ingesteld kan worden. Een bezoek aan de dierenarts is daarom aan te raden, en is bovendien van levensbelang op het moment dat een aanval blijft aanhouden omdat dit levensbedreigend kan worden.

Tijdens de opleiding tot dierenarts aan de Faculteit Diergeneeskunde in Utrecht krijgt elke student basiskennis op het gebied van de vogelgeneeskunde. De hoeveelheid kennis over het grote aantal diersoorten die studenten moeten leren is zeer groot. Dat betekent dat studenten (en dierenartsen) continue hun kennis op peil moeten houden door gebruik te maken van naslagwerken. Op het gebied van de vogelgeneeskunde zijn er vele boeken beschikbaar, waar ook de dierenartsen van de afdeling Vogels en Bijzondere Dieren van de faculteit Diergeneeskunde in Utrecht hun bijdrage aan leveren.
Voorbeelden van dergelijke boeken zijn:
- Current Therapy in Avian Medicine and Surgery. B.L. Speer (ed). Elsevier, St. Louis, MO, USA
- Avian Medicine 3 rd edition. J. Samour (ed). Elsevier, St. Louis, MO, USA.
- Blackwell’s Five-minute Veterinary Consult: Avian. J.E. Graham (ed). Wiley Blackwell, Ames, IO, USA.
- BSAVA Manual of Avian Practice: A Foundation Manual. J. Chitty & D. Monks (eds). British Small Animal Veterinary Association. Gloucestershire, United Kingdom.
Dit artikel is op 30-8-2019 gepubliceerd en is geschreven namens Vrienden Diergeneeskunde, door de specialisten van de afdeling "Vogels en Bijzondere Dieren" van de Universiteit Utrecht; Schrijvers: M.M.C. Heuvelmans, Dr. Yvonne van Zeeland en Dr. Nico Schoemaker. Dit artikel is met toestemming beschikbaar gesteld voor Avonturia de Vogelkelder, met als doel de kennis en informatie van onderzoeken en vogelspecialisten te delen met de echte doelgroep, papegaaienliefhebbers, om het welzijn van papegaaien te verbeteren in Nederland, België en de rest van de wereld.
Wist u dat u ook kunt bijdragen aan onderzoek en het welzijn van papegaaien? Vrienden Diergeneeskunde is het goede doel van de faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht. Zij zetten zich in voor wetenschappelijk onderzoek om het welzijn en de gezondheid van papegaaien te verbeteren. U kunt doneren via de website van Vrienden Diergeneeskunde: doneer direct. Alle opbrengsten gaan naar het onderzoek papegaaienwelzijn.