Verandering van gedrag / Overmatig broeden / Legnood
Leuk, een jonge vogel in huis! Je kleine vriend mag los in de kamer, volgt en speelt overal met je, altijd lief en knuffelig… Na een paar maanden merk je dat dit begint te veranderen. Speels bijten wordt steeds harder bijten, eerst een enkele keer, maar steeds vaker… De kooi wordt een territorium die soms tot bloedens toe verdedigd wordt. De relatie met de vogel is op de klippen gelopen, maar wáárom dan?!
Gedragsveranderingen gebeuren vaak wanneer de vogel lichamelijk volwassen of hormonaal (‘broeds’) begint te worden. Dit is een typisch voorkomend verschijnsel bij vrouwelijke vogels of poppen. In het wild zorgt het mannetje in de meeste gevallen voor de broedende pop, terwijl de pop verantwoordelijk is voor het verdedigen van de eieren en kuikens. Van nature zullen vrouwelijke vogels dus feller reageren om hun nest - of kooi - te verdedigen, zeker wanneer ze broeds zijn. Uiteraard hangt het van het individu af hoe fel de pop daadwerkelijk is, maar vaak zijn dit de momenten waarop duidelijke problemen kunnen ontwikkelen. Naast het vertonen van agressie (ter verdediging van het nest of territorium) kunnen ook andere problemen gezien worden, zoals verenplukken of (overmatig) eieren leggen. Dat laatste kan plaatsvinden zodra een vogel lichamelijk geslachtsrijp is, maar bij sommige individuen worden de eieren pas op latere leeftijd gelegd. Net als bij kippen kan de pop ook eieren leggen wanneer er geen mannelijke partner in het spel is. Daarbij kunnen zich meerdere situaties voordoen:
Eieren gelegd, maar geen interesse.
Het leggen van eieren betekent dat de vogel lichamelijk geslachtsrijp is. Dat ze geen interesse in de eieren heeft kan erop duiden dat ze mentaal niet weet hoe, of niet bereid is om de eieren uit te broeden. Dit wordt voornamelijk gezien bij vogels die jong en onervaren zijn, of bij zogenaamde handopfok vogels die door het opvoeden van de mens onvoldoende ‘soorteigen gedrag’ aanleren. Dit is één van de redenen waarom handopfok verboden is, omdat daarmee de mogelijkheid ontnomen wordt om natuurlijk partner- en zorggedrag aan te leren van de ouders. Als gevolg daarvan snappen zij niet dat of hoe ze eieren uit moeten broeden en jongen moeten opvoeden. Het is daarom belangrijk om vogels de mogelijkheid te geven om hun natuurlijk gedrag aan te leren, waarbij daarnaast interactie met de mens plaatsvindt om de kuikens met mensen te socialiseren (zgn. co-ouderschap), en uitsluitend geassisteerd wordt bij het voeden wanneer hier een noodzaak toe bestaat.
Eieren gelegd, maar de pop put zichzelf uit / is erg agressief
Soms heeft een pop “te veel moedergevoelens”. Omdat ze dermate gefocust is op het broeden, kan dat ertoe leiden dat ze onvoldoende tijd neemt om zichzelf te voeden. Dat kan er soms letterlijk toe leiden dat de pop zich ‘doodbroedt’. Wanneer de pop samen met een mannetje gehouden wordt zal die normaal gesproken de pop voeden wanneer zij op het nest zit, maar wanneer de pop op haar beurt te agressief de eieren beschermt, kan het zijn dat hij onvoldoende in de buurt mag en kan komen om haar voldoende van voeding te voorzien. Ook kan de pop uitermate beschermend worden voor haar nest of kooi, en gaan hissen, uitvallen of bijten wanneer iemand langs de kooi loopt of zijn/haar hand erin steekt. Dit soort agressie kent in veel gevallen een duidelijke seizoensgebonden patroon (gelinkt aan het broeds zijn) en keert veelal tijdens elke broedsheid terug.
Eieren gelegd, maar ze blijft maar doorgaan met leggen
Bij veel vogels is erfelijk of instinctief bepaald wat het benodigde aantal eieren is dat het nest moet bevatten voordat het broeden begint. Wat het benodigde aantal eieren is dat nodig is om een legsel als compleet te bestempelen, verschilt per soort. Zolang het legsel niet compleet is (bv. doordat de eieren weggehaald worden of kapot zijn gegaan) zal de pop door blijven gaan met eieren leggen. Omdat het eieren leggen veel energie en met name ook calcium (voor de schaal) vergt, bestaat een kans dat de pop hiermee haar eigen calciumreserves uitput. Daarbij wordt uiteindelijk zelfs kalk aan haar eigen botten onttrokken, waardoor ze een verhoogd risico heeft op botbreuken en daarnaast tekenen van zwakte of krampen kan gaan vertonen. Naast een noodzakelijke bron van calcium voor de botten, is calcium namelijk ook nodig voor een goede spierfunctie. Het is daarom van belang om een broedende pop een goed volledig voer te geven, al dan niet met aanvullende voedingssupplementen als extra ondersteuning. Daarnaast dient gekeken te worden naar de triggers die het eileggen in gang zetten. Vaak spelen hierin meerdere factoren een rol, zoals bijvoorbeeld de hoeveelheid licht (dag- en nachtritme), de rijkheid van het voer (sneller hormonaal rijp worden door eiwitrijke diëten) of de aan- of afwezigheid van een partner. Een vogelarts of -specialist kan samen met u kijken naar mogelijkheden om de leefomgeving aan te passen zodat het eileggen gestaakt wordt. In sommige gevallen kunnen zij daarnaast in overleg met u besluiten tot het plaatsen van een hormoonpreparaat om het legapparaat tot rust te brengen.
Pop met afwijkend gedrag, vermoeden van legnood
Legnood is een verzamelnaam voor situaties waarin de pop moeite heeft met het leggen van eieren. De pop zit vaak op de bodem van de kooi en toont persbewegingen om het ei er uit te krijgen. Doordat het ei al volledig klaar zo laag zit in de buik, drukt het door zijn formaat op de andere organen, luchtzakken en maagdarmkanaal. De pop kan hierdoor benauwd raken, stoppen met eten of moeite hebben om te ontlasten. Ze kan bovendien volledig uitgeput raken door het aanhoudend persen. Legnood wordt daardoor beschouwd als een potentieel LEVENSBEDREIGENDE situatie, waarbij snel ingrijpen door een vogelspecialist of -dierenarts ervaren in het behandelen van vogels noodzakelijk is!
Legnood kan om meerdere redenen ontstaan, waarvan een kalkgebrek één van de belangrijkste is. De ontwikkeling van een ei vereist namelijk enorm veel bouwstoffen, met name calcium (kalk), benodigd voor de eischaal. Deze bouwstoffen moeten dus in voldoende mate vanuit de voeding kunnen worden opgenomen om te voorkomen dat ze aan het lichaam van de pop worden onttrokken. Wanneer onvoldoende calcium kan worden aangevoerd om de eischaal te maken kan dit leiden tot het leggen van zogenaamde dunschalige of windeieren of legnood, doordat er onvoldoende calcium beschikbaar is om “weeën” op gang te brengen die ertoe moeten leiden dat het ei gelegd wordt.
Vaak kan de diagnose gesteld worden op basis van de typische verschijnselen die vertoond worden, zeker wanneer er een voorgeschiedenis van (overmatig) eieren leggen is. Daarnaast kan de dierenarts tijdens het onderzoek het ei soms al voelen, hoewel in sommige gevallen meer onderzoek – zoals een röntgenfoto – nodig is om de diagnose met zekerheid te stellen. Afhankelijk van de toestand van de pop kunnen verschillende behandelingen worden ingesteld. Het allerbelangrijkst daarbij is het stabiliseren van de pop wanneer zij verzwakt is. Pas wanneer zij voldoende gestabiliseerd is wordt gekeken naar een verdere behandeling, die kan bestaan uit het toedienen van medicijnen of uitvoeren van een operatieve ingreep waarbij het ei via de cloaca, of soms via een buikoperatie, verwijderd kan worden. In alle gevallen geldt dat SNEL actie ondernomen moet worden: bij niets doen zal de pop immers vrijwel zeker overlijden! Haast is dus geboden!
Gebruik hormoonpreparaat/implantaten
In de afgelopen jaren worden de hormoonimplantaten veelvuldig gebruikt om op medicamenteuze wijze het eileggen te voorkomen. Ondanks dat dit preparaat hiervoor niet geregistreerd is, blijkt hij bij veel vogels zeer effectief in te zetten. Een overzichtsartikel voor uw dierenarts is geschreven vanuit de afdeling Vogels en Bijzondere Dieren. Daarin is beschreven bij welke diersoorten deze implantaten onderzocht/gebruikt zijn, waarvan dan bekend is of ze al dan niet werken en voor hoe lang. Daarnaast is vanuit deze afdeling een verfijning van de techniek van het plaatsen beschreven zodat het plaatsen door dierenartsen eenvoudiger gaat en het voor de vogels minder belastend is.
Dit artikel is op 19-2-2020 gepubliceerd en is geschreven namens Vrienden Diergeneeskunde, door de specialisten van de afdeling "Vogels en Bijzondere Dieren" van de Universiteit Utrecht; Schrijvers: M.M.C. Heuvelmans, Dr. Yvonne van Zeeland en Dr. Nico Schoemaker. Dit artikel is met toestemming beschikbaar gesteld voor Avonturia de Vogelkelder, met als doel de kennis en informatie van onderzoeken en vogelspecialisten te delen met de echte doelgroep, papegaaienliefhebbers, om het welzijn van papegaaien te verbeteren in Nederland, België en de rest van de wereld.
Wist u dat u ook kunt bijdragen aan onderzoek en het welzijn van papegaaien? Vrienden Diergeneeskunde is het goede doel van de faculteit Diergeneeskunde Universiteit Utrecht. Zij zetten zich in voor wetenschappelijk onderzoek om het welzijn en de gezondheid van papegaaien te verbeteren. Regelmatig zijn er doneer acties via AvonturiaShop, of doneer direct via Vrienden Diergeneenskunde. Alle opbrengsten gaan naar het onderzoek papegaaienwelzijn.